De omgeving speelt een belangrijke rol
Autisme is een ontwikkelingsstoornis; het ‘beeld’ van de stoornis verandert gedurende de levensloop. De dingen die je tijdens je leven meemaakt in je directe ‘omgeving’ hebben invloed op de mate waarin het autisme ‘zichtbaar’ wordt. Dat kan zover gaan dat het je ‘ontwikkeling’ beperkt.
Autisme; een ontwikkelingsstoornis
De mate van erfelijkheid in interactie met de omgeving (hetgeen je meemaakt en ervaart) leidt tot een klinisch beeld (de gedragskenmerken van autisme).
Met autisme wordt je geboren, dat staat vast. En toch kan het zo zijn dat je er je hele leven (nagenoeg) geen last van hebt, in die zin dat het je ontwikkeling beperkt. Op een bepaald moment in je leven loop je toch vast en wordt je gediagnosticeerd met autisme. Hoe kan dat? Dat komt omdat de omgeving waarin je opgroeit, werkt of woont een belangrijke factor is en bepalend kan zijn voor het al dan niet functioneren van een iemand met autsime. Immers autisten zijn gebaat bij structuur, voorspelbaarheid, rust en veiligheid. Zolang die ‘als vanzelf’ worden gecreëerd, (bijvoorbeeld op thuis of op school) zal iemand met autisme als ieder ander functioneren. Wanneer die stabiele omgeving verandert, kunnen de gedragskenmerken zichtbaar worden.
Samengevat
- met autisme word je geboren
- het ‘beeld’ van autisme verandert gedurende je leven
- daarin is de omgeving bepalend, voorbeelden zijn;
- een verandering in je leven (bijvoorbeeld school of werk)
- onveilige omgeving
- scheiding
- er alleen voor staan (buitengesloten, gepest)
- in contact komen met criminaliteit
- traumatische ervaring (bijvoorbeeld verlies dierbare)