Woordenboek bij PDD NOS

Autisme woordenboek

 

Autisme woordenboek

Autisme en dieren

Autisme woordenboek

Autisme woordenboek

Autisme woordenboek

Autisme woordenboek

Autisme woordenboek 

Autisme woordenboek

In een GGZ instelling (psychiatrisch centrum) wordt onderzocht, gediagnosticeerd en behandeld. Na het stellen van een diagnose als autisme (DSM verklaring) kan een behandeltraject worden ingezet. Behandelen kan bestaan uit meerdere vormen van therapie, coaching en training. 


Klinische behandeling

Wanneer de psychische problemen zo ernstig zijn dat het normale leven erdoor ontwricht raakt en ambulante of deeltijdbehandeling niet helpen, kan klinische behandeling worden ingezet. Dat betekent dat over een bepaalde periode intensievere of meer specialistische behandeling nodig is op een vaste locatie (kliniek). Dit kan poliklinisch (je komt je alleen naar de kliniek voor de behandeling zelf), maar bij ernstige problematiek (zoals het vastlopen van de ontwikkeling) kan ook gekozen worden voor deeltijd- of dagbehandeling of een kort- of langdurig verblijf in de kliniek.

Om toegang te krijgen tot -al dan niet- dagklinische behandeling, heb je een verwijzing nodig van de huisarts. Voorwaarde is dat er een vermoeden of sprake moet zijn van een DSM V stoornis (zoals autisme dat ook is). Met deze verwijzing kun je rechtstreeks naar een GGZ instelling. Je hoeft dus niet eerst naar de gemeente, er is geen beschikking nodig. Meestal adviseert je huisarts bij welke instelling je terecht kunt, maar op zorgkaartnederland.nl vind alle GGZ instellingen in Nederland.


Bij deze behandeling zijn GZ- of klinisch psychologen, psychotherapeuten, gedragswetenschappers, coaches, trainers en soms ook psychiaters betrokken. Voor meer informatie over medewerkers uit de geestelijke gezondheidszorg, zoals wat ze doen en kunnen, klik dan hier.

Voor kinderen met PDD NOS 'kan' een behandeling bestaan uit:


Psycho-educatie

Psycho-educatie streeft ernaar om kind en ouder, met behulp van informatie, om te leren gaan met een psychische beperking, zoals autisme. Ze leren vaardigheden aan om hun leven weer op orde te krijgen. Tijdens psycho-educatie wordt men geïnformeerd over de stoornis, oorzaken, symptomen, het verloop en de behandeling. Daarnaast is er aandacht voor de sociale gevolgen en de mogelijkheden om hiermee om te gaan.

Psychomotorische therapie (PMT)

Is gericht op lichaamsbeleving; de problematiek in bewegingsgedrag, lichaamstaal, lichamelijke spanningen, houding, ademhaling en lichaamsbeleving. De therapeut maakt gebruik van bewegingsvormen en lichaamsgerichte technieken. Al doende leert men lichaamssignalen, gevoelens en gedragspatronen te herkennen en te begrijpen.Doel is een gedragsverandering, die bereikt wordt door probleemsituaties anders te benaderen en/of door acceptatie van beperkingen. 

SOVA-training

Sociale Vaardigheidstraining. Het doel van deze training is om kinderen en jongeren sociale vaardigheden aan te leren die hen in staat stellen op een betere manier contacten aan te gaan met leeftijdgenoten. De SOVA training richt zich op het aanleren van diverse sociale basisvaardigheden zoals: kennismaken, iets vragen, nee zeggen, een praatje maken, kritiek krijgen en geven, samen spelen en omgaan met pestgedrag. Soms wordt gebruik gemaakt van videobeelden en rollenspellen. 

Coach (of mentor)-gesprekken 

Tijdens een klinische dagbehandeling, zijn kinderen in groepverband met elkaar bezig (onder leiding van trainers) waarin activiteiten worden ondernomen. De kinderen werken allemaal aan zogenaamde 'doelen'. Dat kan voor ieder kind anders zijn. Die doelen worden opgesteld door een trainer of coach. Een voorbeeld van zo'n doel kan zijn; 'Trainers vragen mij aan het begin van een opdracht hoe mijn gevoel daarover is (ik denk dat ik het niet kan/wel kan), zodat ik leer meer te vertrouwen op datgene waar ik goed in ben.' Eén van de trainers is je vaste coach of mentor. Een coach-gesprek vindt meestal één keer in de twee weken plaats en dan wordt besproken of de doelen zijn behaald en hoe dat is gegaan. Vervolgens worden weer nieuwe doelen bepaald voor de komende twee weken.

Cognitieve gedragstherapie

Een combinatie van gedrags- en gesprekstherapie. Centraal staan gedachten, fantasieën, herinneringen en opvattingen over gebeurtenissen. Negatieve gevoelens of een bepaald gedragspatroon ontstaan door de ‘manier’ waarop men een gebeurtenis ‘ziet’, niet de gebeurtenis zelf. Door te ontdekken hoe de ‘foute’ denkgewoonte is ontstaan, ontstaat een positievere kijk op de eigen gevoelens en waarnemingen. Doel is om negatieve gevoelens te laten verminderen, waardoor het gedrag zal veranderen.

EMDR therapie

Eye Movement Desensitization and Reprocessing, is een therapie voor mensen die last blijven houden van de gevolgen van traumatische ervaringen. Dit kan zijn een schokkende ervaring, zoals een verkeersongeval of een geweldsmisdrijf. Maar ook andere ervaringen die veel invloed hebben gehad op de ontwikkeling van je leven zoals pesterijen of een scheiding. De therapeut zal vragen aan de gebeurtenis terug te denken inclusief de bijbehorende beelden, gedachten en gevoelens. Er worden twee methodes gebruikt. De één is op basis van oogbeweging, waarbij de therapeut zijn hand op ongeveer 30 centimeter afstand, voor het gezicht langs, heen en weer laat bewegen. De andere methode is op basis van geluid, door middel van een koptelefoon met afwisselende geluiden rechts en links. Deze methode zullen er langzamerhand toe leiden dat de herinnering haar kracht en emotionele lading verliest.